pulledpork

Afb: tijdelijke afbeelding tot er een foto staat

Pulled pork is een gerecht dat traditioneel afkomstig is uit de zuidelijke staten van de Verenigde Staten, met name uit de regio’s zoals de Carolinas en Tennessee. Het gerecht heeft zijn wortels in de barbecuecultuur van het zuiden.

Pulled pork wordt gemaakt van varkensschouder (ook wel bekend als varkensschouder of varkensnek en wordt ook wel procureur genoemd).

De bereiding begint meestal met het marineren van het vlees in een kruidenrub en vervolgens wordt het langzaam gegaard tot het vlees zo zacht is dat het gemakkelijk uit elkaar kan worden getrokken, vandaar de naam “pulled pork”.

Het gebruik van rook en specifieke kruidenmengsels geeft pulled pork zijn kenmerkende smaak. Nadat het vlees gaar is, wordt het uit elkaar getrokken met vorken of de handen tot kleine, sappige stukjes. Pulled pork wordt vaak geserveerd met barbecuesaus en kan gebruikt worden in sandwiches, taco’s, burrito’s, of als hoofdgerecht met bijgerechten zoals coleslaw en aardappelsalade.

Een leuke variant hierop is “pulled buikspek”.

Deze rub voegt een heerlijke combinatie van zoete, pittige en hartige smaken toe aan het vlees.

3 eetlepels bruine suiker

2 eetlepels paprikapoeder

1 eetlepel zout

1 eetlepel zwarte peper

1 theelepel komijn

1 theelepel cayennepeper (pas aan naar smaak als je van pittig houdt)

1 theelepel knoflookpoeder

1 theelepel uienpoeder

1 theelepel Venkelzaad

Meng alle ingrediënten in een kom of vijzel.

Zorg ervoor dat het vlees droog is voordat je de rub aanbrengt. Je kunt het vlees eventueel insmeren met een beetje olie om de hechting van de rub te verbeteren.

Wrijf de rub gelijkmatig over het oppervlak van het varkensvlees, zodat het goed bedekt is.

Laat het vlees vervolgens in de koelkast een nacht  marineren, zodat de smaken goed kunnen intrekken.

Pas de verhoudingen aan naar jouw smaak en experimenteer met andere kruiden en specerijen om de rub aan te passen aan jouw persoonlijke voorkeuren.

Benodigdheden en bereiding:

2,5-3 kg varkensschouder (varkensnek)

Rub (zoals eerder vermeld of gebruik je favoriete rub)

Houtsnippers voor rook (bijvoorbeeld appel- of hickoryhout)

Instructies:

Verhit de barbecue voor op een lage en constante temperatuur, idealiter rond de 110-130 graden Celsius.

Dit kan het best op de indirecte methode.

Als je een houtskoolbarbecue gebruikt, voeg dan de vooraf geweekte houtsnippers toe aan de kolen voor rooksmaak. Bij een gasbarbecue kun je een rookdoos gebruiken.

Plaats het vlees op het rooster, weg van directe hitte. Sluit het deksel.

Laat het vlees langzaam garen. Dit kan 8 tot 12 uur duren, afhankelijk van de grootte van het stuk vlees en de temperatuur van de barbecue. Een langzame garing zorgt voor de juiste malsheid en sappigheid.

  1. Bedruip het vlees af en toe met een mengsel van water en appelazijn om het vochtig te houden. Je kunt hier heel goed een plantenspuit voor gebruiken.

Gebruik een kernthermometer/vleesthermometer om de interne temperatuur van het vlees te controleren. Pulled pork is klaar als het vlees een interne temperatuur van ongeveer 90 graden Celsius heeft bereikt.

Rond de 65 graden kom je in een stol waarbij de eiwitten hard aan het werk gaan. Dit kan lang duren voor de temperatuur door loopt. Je kan er voor kiezen om je vlees hier in te pakken om de stol te versnellen. Je krijgt wel wat minder bark aan je vlees.

Laat het vlees rusten nadat het van de barbecue is gehaald. Wikkel het in aluminiumfolie of slagerspapier en laat het 30-60 minuten rusten.

Gebruik twee vorken om het vlees uit elkaar te trekken (vandaar de naam “pulled” pork). Verwijder eventueel overtollig vet.

Serveren:

Serveer het pulled pork op broodjes met barbecuesaus naar keuze. Het kan ook worden geserveerd met bijgerechten zoals coleslaw, augurken of aardappelsalade.

Geniet van je heerlijke zelfgemaakte pulled pork van de barbecue!

Heb jij dit recept gemaakt? Het zou leuk zijn als je een foto zou willen delen in de Whatsapp-Community!

Scroll naar boven