Picanha

Picana staat bekend om zijn magerheid en sappigheid. Het bevat een goede hoeveelheid intramusculair vet, wat bijdraagt aan de smaak en sappigheid van het vlees.

Picanha wordt gesneden uit het achterste gedeelte van het rund, specifiek van de bovenste bil. Het is een driehoekig stuk vlees dat wordt verkregen uit

de bovenkant van de achtervoet, net boven de bil en vlakbij de staart. De naam “picanha” wordt vaak gebruikt in de Zuid-Amerikaanse keuken, vooral in landen

als Brazilië en Argentinië. In andere delen van de wereld kan dit stuk vlees bekendstaan onder verschillende namen.

Het vlees van de Picana heeft een rijke smaak en wordt vaak omschreven als mals en sappig. Het bevat een goede hoeveelheid vet, wat bijdraagt aan de smaakbeleving.

In veel Zuid-Amerikaanse landen is Picana een favoriet bij barbecue-evenementen. Het wordt vaak gemarineerd en gegrild, wat resulteert in een sappig en smaakvol stuk vlees.

Vanwege de smaak en malsheid wordt Picana vaak gemarineerd met kruiden en specerijen om de natuurlijke smaak te versterken. Knoflook, oregano, peper en zout zijn enkele veelvoorkomende kruiden die worden gebruikt.

Ingrediënten:

2 eetlepels grof zout (bij voorkeur zeezout of kosjer zout)

2 eetlepels zwarte peper, versgemalen

1 eetlepel paprikapoeder (zoet of gerookt, afhankelijk van je voorkeur)

1 eetlepel knoflookpoeder

1 eetlepel uienpoeder

1 theelepel gedroogde oregano

1 theelepel gedroogde tijm

1 theelepel komijnpoeder

Optioneel: een snufje cayennepeper als je van wat pit houdt

Meng alle kruiden en specerijen goed door elkaar in een kom of vijzel.

Dep de picanha droog met keukenpapier.

Wrijf de kruidenrub royaal over alle zijden van het vlees. Zorg ervoor dat het vlees goed bedekt is met de kruidenmix.

Laat de picanha vervolgens minstens 30 minuten marineren. Als je de tijd hebt, kun je het vlees ook een paar uur of zelfs een nacht in de koelkast laten marineren voor een intensere smaak.

stapsgewijze handleiding voor het bereiden van low and slow picanha op je Kamado:

Benodigdheden:

Picanha (schoongemaakt en met een dun laagje vet aan de bovenkant)

Kruidenrub recept zoals hier boven omschreven  of gebruik je favoriete mix)

Houtskool (bij voorkeur een mix van eik en beuk)

Rookhoutchunks (bijvoorbeeld eiken of kersenhout)

Kernthermometer

Voorbereiding van de Kamado:

Vul de Kamado met houtskool en steek het aan. Laat de temperatuur geleidelijk stijgen tot ongeveer 110-120°C. Voeg enkele rookhoutchunks toe aan de houtskool voor extra smaak.

We delen hem op de indirecte manier in

Laat de picanha op kamertemperatuur komen terwijl je de Kamado opwarmt.

Plaats de picanha met het vet naar boven op het grillrooster van de Kamado.

Sluit het deksel van de Kamado en laat de picanha langzaam garen. Houd de dome temperatuur tussen 110-120°C.

Gebruik een vleesthermometer om de kerntemperatuur te meten. Voor medium rare picanha is een kerntemperatuur van ongeveer 52-55°C ideaal.

Voor de wat meer geoefende barbecuer is de volgende stap een aanrader.

De refirst methode.

Je kunt er voor kiezen om hem er eerder af te halen bij een kern temperatuur van ca 48 graden en op dat moment de heatdeflector uit de kamado weg te halen en de temperatuur op te voeren tot 180 – 200 graden.

Je kunt de picana nu afgrillen zodat er een bark aan de buitenzijde onstaat.

Haal de picanha van de grill wanneer de gewenste kerntemperatuur is bereikt en laat het vlees rusten op een snijplank, losjes afgedekt met aluminiumfolie, gedurende ongeveer 10-15 minuten.

Snijd de picanha in plakken, waarbij je rekening houdt met de richting van de vleesvezels.

Serveer de sappige, smaakvolle plakken picanha en geniet van de heerlijke resultaten van je low and slow Kamado-bereiding.

Geniet van je heerlijke recept!

Heb jij dit recept gemaakt? Het zou leuk zijn als je een foto zou willen delen in de Whatsapp-Community!

Scroll naar boven