Fruittaart-banketbakkersroom

In de schilderachtige heuvels van Normandië, Frankrijk, in de late 19e eeuw, leefde een getalenteerde bakker genaamd Jacques. Jacques was gepassioneerd door zijn vak en streefde ernaar om de meest verrukkelijke creaties te maken voor zijn dorpsgenoten.

Op een warme zomerdag, terwijl de boomgaarden in bloei stonden en de lucht gevuld was met de geur van rijpend fruit, besloot Jacques een nieuwe creatie te proberen: een taart gemaakt van sappige appels uit zijn eigen boomgaard.

Hij begon met het verzamelen van de beste appels die hij kon vinden, zorgvuldig geselecteerd op rijpheid en smaak. Vervolgens sneed hij ze in dunne plakjes en mengde ze met suiker en kruiden, waardoor ze een heerlijk aroma kregen.

Terwijl Jacques de appels voorbereidde, bereidde hij ook het deeg voor, met behulp van een oud familierecept dat al generaties lang werd doorgegeven. Hij rolde het deeg uit tot een dunne, knapperige korst en legde het in een taartvorm, klaar om te worden gevuld met zijn verrukkelijke creatie.

Met zorg plaatste Jacques de plakjes appel in de taartvorm, in een mooi patroon dat de smaken en kleuren van de zomer perfect weerspiegelde. Hij bestrooide de appels met een vleugje kaneel en suiker, voordat hij de taart in de oven plaatste om te bakken.

Terwijl de taart langzaam gaarde in de warmte van de oven, verspreidde zich een heerlijke geur door de bakkerij en het omliggende dorp. Dorpsbewoners begonnen nieuwsgierig naar de bakkerij te komen, getrokken door de verleidelijke geur van versgebakken appeltaart.

Toen de taart eindelijk uit de oven kwam, was hij perfect goudbruin gebakken en borrelde het sap van de appels verleidelijk langs de randen. Jacques liet de taart even afkoelen voordat hij hem in gelijke stukken sneed en uitdeelde aan zijn dorpsgenoten.

De appeltaart van Jacques werd al snel een hit in het dorp, en mensen kwamen van heinde en verre om ervan te genieten. Het duurde niet lang voordat het recept werd doorgegeven aan andere bakkers in de regio, en al snel verspreidde de populariteit van de appeltaart zich door heel Frankrijk en ver daarbuiten.

En zo werd de eenvoudige appeltaart van Jacques een tijdloos symbool van Franse bakkerskunst en een geliefd dessert over de hele wereld, een eerbetoon aan de overvloedige oogsten en de rijke tradities van het Franse platteland.

Later werden hier variaties fruit aan toegevoegd en zo is ook de fruittaart zoals in dit recept ontstaan.

Ingrediënten:

Voor het deeg:

250 gram bloem

125 gram koude boter, in blokjes gesneden

100 gram kristalsuiker

1 ei

Snufje zout

Voor de vulling:

2 grote appels (bijv. Jonagold of Goudreinet), geschild, klokhuis verwijderd en in dunne partjes gesneden

1 citroen

100 gram aardbeien, schoongemaakt en in plakjes gesneden

2 kiwi’s, geschild en in plakjes gesneden

2 perziken, ontpit en in dunne partjes gesneden

Voor de amandelspijs:

100 gram blanke amandelen

100 gram kristalsuiker

1 ei

Optioneel: 1 eetlepel bloem voor het binden (indien nodig)

Optioneel:

Handvol rozijnen of walnoten

Instructies:

We gebruiken de indirecte methode.

Verwarm de kamado voor op 180°C.

Vet een taartvorm (ongeveer 24 cm diameter) in met boter en bestuif met bloem.2. Maak het deeg:

Meng de bloem, suiker en een snufje zout in een grote kom.

Voeg de blokjes boter toe en wrijf met je vingers de boter door de droge ingrediënten totdat het mengsel op fijn broodkruim lijkt.

Voeg het ei toe en kneed het deeg snel tot een bal.

Wikkel het deeg in plasticfolie en laat het minstens 30 minuten rusten in de koelkast.

3. Maak de amandelspijs:

Maal de amandelen fijn in een keukenmachine.

Voeg de suiker toe en meng goed.

Voeg het ei toe en meng opnieuw tot een gladde massa.

Als het mengsel te plakkerig is, voeg dan eventueel een beetje bloem toe om het te binden.

4. Bereid de vulling voor:

Pers de citroen uit en besprenkel de partjes appel met het citroensap om verkleuring te voorkomen.5. Maak de taart:

Verdeel het deeg in twee gelijke delen.

Rol één deel uit op een met bloem bestoven oppervlak tot het groot genoeg is om de bodem en zijkanten van de taartvorm te bedekken.

Leg het deeg in de taartvorm en druk het voorzichtig aan.

Verdeel de amandelspijs gelijkmatig over het deeg.

Verdeel vervolgens de appelpartjes, aardbeienplakjes, kiwiplakjes en perzikpartjes over de amandelspijs.

Als je rozijnen of walnoten wilt toevoegen, strooi ze dan over het fruit.

Rol het tweede deel van het deeg uit en snijd het in stroken voor een klassiek rasterpatroon of gebruik het als een deksel voor de taart.

6. Bak de taart:

Bak de taart in de voorverwarmde kamado gedurende 45-50 minuten, of tot het deeg goudbruin is en het fruit zacht is.

Laat de taart afkoelen in de vorm voordat je hem uit de vorm haalt.

Serveer de taart warm of op kamertemperatuur, eventueel met een bolletje vanille-ijs of een toefje slagroom.Geniet van je heerlijke fruitige taart met zelfgemaakte amandelspijs!

Scroll naar boven